Wat kunnen we leren van het berkenbladrollertje, de stierhoornacacia of de mestkever? Best een boel, laat bioloog Willem Beekman zien in zijn onlangs verschenen boek Openbaar Geheim. In de natuur is samenwerking op basis van talent de gewoonste zaak van de wereld. Als we ons individualisme los durven laten, krijgen we weer oog voor het grotere geheel.

Willem Beekman is een gepassioneerd verteller en begenadigd spreker. Tot zo’n zeven jaar geleden was hij ook herhaaldelijk te gast bij ons leiderschapsprogramma CALL. Ik kon dan werkelijk aan zijn lippen hangen. Datzelfde effect heeft ook zijn boek Openbaar Geheim op mij. Beekman toont ons allerlei fascinerende geheimen uit de natuur, die zich soms vlak onder onze neus afspelen. Je moet alleen goed (leren) kijken. Want, om maar weer eens met Cruyff te spreken: je ziet het pas als je het doorhebt.

Lessen uit de natuur

Aan de hand van prachtige metaforen leert Beekman ons twee belangrijke lessen. De eerste is: tot jezelf komen doet bloeien. De tweede: je kunt je in het leven alleen goed oriënteren als je verbonden blijft met je bron. Dat leert hij ons niet, zoals veel ander werk over de lessen uit de natuur, vanuit de techniek, maar meer vanuit het wezen van planten en dieren. De Gulden Snede en de Fibonaccireeks worden opgevoerd als ordenende principes die het grotere geheel onderstrepen.

Samenwerking op basis van talent

Overal signaleert Beekman vormen van innige samenwerking tussen flora en fauna, of tussen diersoorten onderling. Zoals bijvoorbeeld de bijzondere kameraadschap tussen zebra’s en struisvogels. Op de savanne zoeken zij graag elkaars gezelschap op om gebruik te maken van het talent van de ander. Waar een zebra een geweldig goed ontwikkeld reukvermogen heeft, maar relatief weinig ziet, is de struisvogel – je verwacht het misschien niet- juist gezegend met een superscherpe blik. Ze houden gezamenlijk hun omgeving in de gaten. Zodra één van beide onraad ruikt of ziet en de benen neemt, gaat de ander er ook vandoor.

Het ‘groeps-ik’

Mooi vind ik ook het ‘groeps-ik’ dat Beekman omschrijft: zwermen vogels die als één lichaam soepel door de lucht glijden, termieten die met honderdduizenden werken aan één gigantisch huishouden. Wij mensen zouden zo’n groeps-ik goed kunnen gebruiken. Maar hoe komen we in onze geïndividualiseerde samenleving voorbij het ‘ik’ bij ‘wij’?

Nadenken over de consequenties van je besluiten is een eerste stap.

Beekman vertelt over de monarchvlinder, die weliswaar niet bewust nadenkt, maar instinctief voorsorteert op de toekomst en daarmee een hele bijzondere invulling geeft aan het begrip ‘wij’. Deze prachtige oranje-met-zwarte vlinder vliegt vierduizend kilometer van Mexico naar Zuid-Canada en vice versa, zodat hij zich met de nectar van een bepaalde struik kan voeden. Dat doet niet in zijn eentje, dat doet hij over vier of vijf generaties. Onderweg plant hij zich voort, zodat zijn nageslacht de reis kan voortzetten.

Ook de Native Americans vormden een ‘wij’ met nog ongeboren nageslacht. In veel stammen werd een nieuwe regel pas ingevoerd als deze geen negatief effect zou hebben op de volgende zeven generaties. Onze samenleving vindt het vaak al lastig om consequenties te verbinden aan de vraag: ‘Welke samenleving willen we nalaten aan onze kinderen?’ Toch is juist die vraag een mooi uitgangspunt richting het ‘groeps-ik’.

Kleine wereld

Onze wereld is klein geworden door de RIVM-cijfers en de beperkingen in onze bewegingsvrijheid. In paniek rennen we van brandje naar brandje, onze blik gericht op het hier en nu. Corona overkomt ons niet – iets dergelijks zat er al lang aan te komen. Als we maar eerder de rust hadden gehad om vooruit te kijken…

Dit is niet waar we heen willen. Laten we nu dan wél die rust creëren om de rijkheid te zien die er al is. Door écht te kijken en elkaars talenten, elkaars openbare geheimen, te ontdekken en die in te zetten voor een gezamenlijk doel.

Zoals astronauten tijdens hun ruimtereis het grotere geheel leren zien en zich na thuiskeer kunnen verbazen over het futiele gewriemel van de miljarden losse ‘ikjes’ op de wereld, zo kan ook Beekman je een glimp laten opvangen van het grotere geheel, de onderlinge samenhang. Openbaar geheim is voor mij het ultieme kerstboek. Onze openbare geheimen