De oproep van een lange lijst leiders uit het bedrijfsleven, de overheid, de wetenschap en de kunst, vorige maand, deed me denken aan een boekje dat ik eens cadeau kreeg en sindsdien ook anderen vaak geef: The Path, vertaald als De Weg, van Michael Puett en Christine Gross-Loh. Het manifest komt voort uit de huidige coronacrisis; het boekje behandelt eeuwenoude oosterse inzichten. Maar de overeenkomst is treffend: echte vooruitgang wordt alleen geboekt door de werkelijkheid in samenhang te bezien.
Sinds wat in onze wereld De Verlichting is gaan heten, zijn we steeds meer gewend geraakt om onze werkelijkheid te fragmenteren. Te segmenteren. Te individualiseren. We knippen de ons omringende fenomenen (en onszelf) op in overzichtelijke onderdelen, zodat we het geheel beter kunnen begrijpen en beheersen. Denken we. Maar wie de werkelijkheid alleen beschouwt als een optelsom van afzonderlijke delen, verliest cruciale verbanden uit het oog.
Last van fragmentatie
Net als bijvoorbeeld twee succesvolle leidinggevenden met wie ik onlangs -afzonderlijk van elkaar- een coachingsgesprek heb gehad. Eén van hen is dertig, de ander vijftig. Beiden willen ze een nieuwe stap zetten. En beiden worstelen met de vraag wat dat ene is waar ze nou echt goed in zijn.
Ze zijn heel getalenteerd, hebben een veelzijdig profiel. Ik kan wel tientallen functies, projecten en situaties verzinnen waarin ze zouden floreren. Maar ze staan zichzelf in de weg door mee te gaan in de heersende gedachte dat je alleen onderscheidend kunt zijn als je ergens specialist in bent. Ze eisen van zichzelf dat ze op één punt zouden moeten uitblinken en verliezen daardoor het geheel uit het oog van de rijkdom die ze in huis hebben.
Completer beeld
Een ander symptoom van die manier van denken is de –in mijn ogen ongezonde- tweedeling tussen werk en privé, waar ik al eerder een blog aan heb gewijd.
We zien dat corona deze scheidslijn flink doet vervagen. We werken thuis, met ons gezin om ons heen. En dat is te merken. Zoomgesprekken en Skypemeetings bieden een inkijkje in iemands privésituatie: kinderen die door het beeld lopen, een strakke boekenkast of een rommelig aanrecht op de achtergrond.
Bij (online) groepsbijeenkomsten vraag ik vaak aan het begin hoe mensen erbij zitten, wat op dit moment belangrijk voor ze is. In deze thuiswerktijd komt daar véél vaker een persoonlijk antwoord op. Dat geeft een veel completer beeld, en creëert meer ruimte en begrip.
Basisaanname
Oosterse wijsgeren, van wie Lao Tse bij ons de bekendste is, benadrukten het zo’n 2500 jaar geleden: alles is met alles en iedereen verbonden. Die aanname vormt de basis. Ik vraag me zelfs af of het Chinees wel een woord kent voor ‘samen’. Ze gaan zó uit van verbondenheid; waarom zou je iets benoemen wat overal al in besloten ligt?
Geleidelijk zien we dat die waarheid ook hier en nu begint in te dalen. De oproep van Herman Wijffels, Marjan Minnesma, Paul Polman, Jan Terlouw, Rutger Bregman en nog 108 andere ondertekenaars appelleert óók aan die heelheid: geef alleen overheidssteun aan bedrijven en organisaties die echt iets bijdragen aan onze samenleving als geheel en die samenleving ook verder brengen.
Ik geloof in die oproep. Ik geloof in die visie. Dat zal degenen die mijn blogs vaker lezen niet verbazen. De Chinese filosofen die in The Path worden besproken, pleitten voor een voortdurende zelfontwikkeling, met als doel om in elke specifieke situatie op de juiste, moreel verantwoorde manier te reageren, vanuit verbondenheid. Op die manier wordt elke ontmoeting en ervaring een gelegenheid om actief bij te dragen aan een nieuwe, betere wereld. Als dat niet de weg is…
Social